Handbikester Laura de Vaan uit Den Bosch houdt de hoop op deelname aan de Paralympische Spelen in Tokio nog altijd levend. De Brabantse mocht vanaf de zomer van 2019, door een aanpassing aan het reglement, met haar handicap niet langer meedoen aan internationale wedstrijden. Nu het sportevenement in Azië met een jaar is uitgesteld, heeft De Vaan ook nog twaalf maanden extra de tijd om dispensatie aan te vragen.

Music: www.bensound.com

Eind mei van dit jaar had Laura de Vaan eigenlijk willen weten of ze wel of niet mee mocht doen aan de Paralympische Spelen. Het WK stond dan namelijk voor de deur en was de laatste mogelijkheid geweest om kwalificatie voor het toernooi in Japan te verkrijgen. Om dat te bewerkstellen, had ze voor het toernooi al dispensatie moeten verkrijgen. Doordat de Spelen zijn uitgesteld zit ze voorlopig echter nog even in de wachtkamer. "Ik weet nog niet hoe het jaar gaat lopen", zegt De Vaan. "Ik moet er nu voor zorgen dat ik er straks zo goed mogelijk voor zal staan, of ik straks nou wel of niet mag starten. Ik train daarom ook gewoon door en zorg daarmee dat ik fit blijf. "

 

De handbikester kende op sportief gebied een moeilijk jaar. Dit had alles te maken met de classificatiecode die het IPC in 2015 opzette. Haar handicap stond bij het IPC niet langer op het lijstje van toegestane handicaps. "Het probleem is dat mijn pijn niet objectief meetbaar is." De wedstrijdkalender van De Vaan werd vervolgens een stuk leger. Ze vindt het nog altijd vreemd dat het lang duurde voordat ze te horen kreeg dat ze niet meer classificeerbaar was. "Ik zat middenin de voorbereiding op Tokio, dan kan je niet zomaar zeggen dat ik niet meer mee mag doen." Om een beter beeld te krijgen hoe de code tot stand is gekomen en hoe er bij de internationale wielerfederatie op werd gereageerd, staat hieronder een tijdlijn.